Theo Keijzers, directeur Innovatie & Projecten: “De tijd dat WSD vrijwel autonoom kon werken is al lang voorbij. De trajecten die nodig zijn om onze doelgroepcollega’s goed verder te helpen zijn lastig te realiseren zonder goed samen te werken. Wij willen daarom samen optrekken met de zorg, ggz-instellingen, welzijn, onderwijs en Vluchtelingenwerk, om een paar voorbeelden te noemen. Vaak zijn ook zij opdrachtnemers van dezelfde negen gemeenten waarvoor WSD werkt. De samenwerking hebben wij echt allemaal nodig om de gemeenschappelijke taken die de gemeenten ons geven uit te voeren. Het draaien van een inburgeringstraject kan nu eenmaal niet zonder Vluchtelingenwerk.
Het zal dan ook niemand verrassen dat juist de zoektocht naar nieuwe vormen van samenwerking met onze negen gemeenten een enorme impuls heeft gegeven aan de contacten met lokale partijen. In de afgelopen jaren zijn veel pilots opgestart: pilots waarin naar oplossingen wordt gezocht voor vaak specifieke uitdagingen binnen een gemeente. Langzaam maar zeker kristalliseren die pilots zich uit.
Het meest prominente voorbeeld is denk ik wel Ontwikkelingsgerichte Arbeidsmatige Dagbesteding (OAD). Ooit begonnen als pilot in Vught is OAD ondertussen volwassen. We weten dat het traject werkt en dat trekt nu ook veel belangstelling van andere gemeenten.
2020 was evenwel geen gemakkelijk jaar. Door corona was het vaak moeilijk om fysiek bijeen te komen om de samenwerking met de negen gemeenten verder uit te werken. En dat heeft nadrukkelijk wel de voorkeur. Het intensiveren van samenwerking leent zich nu eenmaal slecht voor Teams en Zoom. Desalniettemin werden contacten gelegd met een LEV Groep en MEE via bijvoorbeeld de gemeente Best. En met de Vincentiusvereniging in Vught, waarmee we kijken naar de mogelijkheid om een bijdrage te leveren aan het reduceren van afvalstromen en tegelijkertijd willen bijdragen aan werkgelegenheid voor de doelgroep. Contacten die straks ook moeten leiden tot een betere begeleiding van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt naar werk.”
De eerste samenwerking voert terug tot 2017, in 2018 en 2019 werden succesvolle vervolgstappen gezet. En in 2020 was Ontwikkelingsgerichte Arbeidsmatige Dagbesteding (OAD) een niet meer weg te denken initiatief van WSD en Weener XL met Reinier van Arkel, de gespecialiseerde aanbieder van psychische en psychiatrische hulpverlening in Vught. “De geluksfactor van mensen in de ggz stijgt met 30 procent als ze meedoen in de samenleving en aan het werk gaan.”
Het lommerrijke Zorgpark Voorburg is de thuisbasis van Reinier van Arkel, de bekende ggz-instelling in Vught waarmee WSD sinds enkele jaren nauw samenwerkt. “De invoering van de Participatiewet maakte dat beide partijen elkaar gevonden hebben en kunnen profiteren van elkaars expertise om mensen met een bepaalde zorgbehoefte aan werk te helpen”, vertelt Andréa Ossenblok, manager zorg bij Reinier van Arkel.
“Samen met WSD en Weener XL is OAD ontwikkeld”, vult projectleider sociaal domein Arco Diepeveen aan. “Ik herinner me dat kort na een eerste kennismakingsgesprek al duidelijk was dat het project grote kans van slagen had.” Dat bevestigt René Peijnenburg, directeur algemene zaken bij Reinier². “Met de invoering van de Participatiewet was de samenwerking met WSD in mijn ogen een logische ontwikkeling en hebben we elkaar in OAD gevonden om zorg en werk te koppelen.”
Passend aanbod
OAD is bedoeld om mensen met een psychische kwetsbaarheid een passend aanbod op het gebied van arbeidsmatige dagbesteding aan te bieden. Voor de duur van maximaal twaalf maanden kan een cliënt van Reinier van Arkel meedoen en onder begeleiding verkennen op welke wijze de stap richting werk weer gezet kan worden. “Dat kan regulier werk zijn, maar ook vrijwilligerswerk of beschut werk”, licht Arco toe.
Meedoen aan OAD is niet vrijblijvend; het innovatieve project biedt structuur en ritme, bevordert sociale vaardigheden en leert deelnemers arbeidsvaardigheden te ontwikkelen. Met alle cliënten van Reinier van Arkel die aansluiten bij OAD wordt regelmatig een zogeheten ZRM-gesprek gevoerd. Aan de hand van een ‘Zelfredzaamheid-Matrix’ wordt beoordeeld in welke mate iemand zelfredzaam is. Andréa: “Elke drie maanden vindt zo’n gesprek plaats en wordt bekeken of meedoen aan OAD stappen voorwaarts oplevert.”
Sociaal ondernemers
De arbeidsmatige dagbesteding vindt plaats in Zorgpark Voorburg, waar ook reguliere dagbesteding plaatsvindt, bijvoorbeeld in de dierenweide of de tuin. “Daarnaast bieden we onze cliënten een fijne werkplek op locaties waar WSD actief is, bijvoorbeeld in de vroegere blindenwerkplaats Blizo, ook in Vught”, vertelt René. “We hebben in samenwerking met WSD ook OAD-werkplekken bij kringloopwarenhuis Het Goed in Schijndel.”
Andréa vult aan: “We onderzoeken of we in zorgpark Voorburg een kleine horecagelegenheid kunnen openen waar ook cliënten aan het werk zouden kunnen gaan. Daarnaast benaderen we sociaal ondernemers die op ons terrein of daarbuiten met ons willen samenwerken.” René: “Ik zou graag zien dat we in ons zorgpark meer sociaal ondernemers begroeten die mensen aan het werk helpen. We denken bijvoorbeeld na over de komst van een kleine ambachtelijke bierbrouwerij waar meerdere mensen allerlei werkzaamheden zouden kunnen verrichten.”
Volwaardig meedoen
OAD is erop gericht dat cliënten van Reinier van Arkel weer aan het werk gaan. “Volwaardig meedoen in de samenleving is erg belangrijk”, zegt Andréa. “Binnen OAD kijken we naar de mogelijkheden van mensen en bekijken we samen met de cliënt wat deze wél kan. Werken is meer dan werken alleen, het draagt bij aan de vitaliteit van mensen.” Arco knikt bevestigend: “Onderzoek wijst uit dat de geluksfactor van mensen met een ggz-indicatie met 30 procent stijgt als ze aan het werk gaan.”
De projectleider sociaal domein vertelt trots dat OAD landelijk vaak in de schijnwerpers staat. “In opdracht van de ministeries van SZW en VWS volgen wetenschappers van het VUmc dit initiatief van nabij. Zonder op alle conclusies vooruit te lopen, lijkt nu al duidelijk dat samenwerking tussen een ggz-instelling en een sociaal werkbedrijf vruchten afwerpt, sociaal-maatschappelijk én financieel. Reinier van Arkel en WSD zijn koplopers in Nederland; in mijn ogen zou iedere ggz-instelling dit model moeten oppakken.”
Mooi resultaat
Recente cijfers van alle initiatieven die Reinier van Arkel heeft ontwikkeld laten zien dat de ggz-instelling ongeveer 150 cliënten per jaar ondersteunt naar werk. Tussen de 70 en 80 cliënten slagen daar ook in. Zij hebben een reguliere baan, doen vrijwilligerswerk of verrichten beschut werk. In de specifieke samenwerking met de WSD (OAD) gaat per jaar 67 procent van de deelnemers richting werk. “Een mooi resultaat”, besluit René.